Geschreven door:
De aansprakelijkheid voor ondergeschikten wordt geregeld in artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel maakt de werkgever risicoaansprakelijk voor fouten van zijn ondergeschikte. De werkgever is dus aansprakelijk ongeacht of de werkgever zelf een fout heeft gemaakt en ook als de ondergeschikte in strijd met een instructie handelde. Een vereiste is wel dat de schade moet zijn veroorzaakt door een fout van de ondergeschikte. Een fout is een toerekenbare onrechtmatige daad. De ondergeschikte moet dus zelf ook rechtstreeks aansprakelijk zijn op grond van het onrechtmatige daadsrecht. Is dat niet het geval, dan is de werkgever evenmin aansprakelijk op grond van artikel 6:170 BW.
De wet formuleert het als volgt. De werkgever is aansprakelijk:
In in- en uitleensituaties kan de vraag aan de orde komen welke partijen kunnen worden aangesproken op grond van artikel 6:170 BW, de aansprakelijkheid voor ondergeschikten. Is dat alleen de formele werkgever (de uitlener) of ook de materiële werkgever (de inlener) en mogelijk zelfs een tussenschakel?
De Hoge Raad heeft op 14 juli 2017 geoordeeld dat het bestaan van zeggenschap bij de aansprakelijk gehouden partij in beginsel toereikend is voor de voor toepassing van art. 6:170 lid 1 BW vereiste ondergeschiktheid. Dat betekent dat iedere werkgever met zeggenschap, wat vaak zowel de inlener als de uitlener en mogelijk zelfs de tussenschakel zullen zijn. De partij die schade lijdt hoeft dus niet uit te zoeken wie wat nu precies de afspraken tussen de diverse bij inlening betrokken partijen zijn. Er kunnen dus meerdere aansprakelijke werkgevers zijn.
Een fout begaan door een leerkracht waardoor een kind brandwonden oploopt, maakt de school waarbij de leerkracht in dienst is aansprakelijk (HR 28 mei 1999, NJ 1999/564 (Gemeente Losser/Johanna Kruidhof)). Ook artsen in dienstverband en leidinggevende overheidsfunctionarissen vallen onder de ondergeschiktheidsomschrijving en de werkgever is dus aansprakelijk voor gemaakte fouten.
Artikel 6:170 lid 2 BW geeft werkgevers in de privésfeer een iets minder vergaande aansprakelijkheid. De werkgever in de privésfeer is slechts aansprakelijk, indien de ondergeschikte bij het begaan van de fout handelde ter vervulling van de hem opgedragen taak. Er geldt hier dus een extra eis.
Zoals hierboven beschreven zijn steeds zowel de werkgever als de werknemer aansprakelijk en zij kunenn dus beiden worden aangesproken voor de schade. Artikel 6:170 lid 3 BW geeft de regresregel. De ondergeschikte in de onderlinge verhouding met de werkgever niet in de schadevergoeding bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Maar daarbij moet ook rekening gehouden worden met de omstandigheden van het geval en de aard van hun verhouding. Dat laatste zal niet snel aan de orde zijn, zodat de werkgever hier een aansprakelijkheidsrisico draagt. Dat is niet zo erg als bedacht wordt dat de meeste werkgevers een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hebben, die dit soort aanspraken dekt.
Een werkgever kan zijn aansprakelijkheid contractueel beperken of uitsluiten en dat gebeurt ook vaak in algemene voorwaarden of overeenkomsten. Als de werkgever zijn aansprakelijkheid heeft uitgesloten zou degene die schade heeft geleden alsnog zijn recht kunnen halen door de werknemer aansprakelijk te houden, die immers zelf een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Deze zogenaamde paardensprong wordt geblokkeerd door artikel 6:257 BW.
Als een partij bij een overeenkomst ter afwering van aansprakelijkheid voor een gedraging van een ondergeschikte aan de overeenkomst een verweermiddel jegens haar wederpartij ontlenen, dan kan de ondergeschikte op grond van artikel 6:257 BW dat ook, als ware hijzelf partij bij de overeenkomst. Zo wordt voorkomen dat de uitsluiting van aansprakelijkheid via een omweg ongedaan kan worden gemaakt.
Onze advocaten adviseren en procederen regelmatig over werkgeversaansprakelijkheid. Bel of mail ons en leg ons vrijblijvend uw vragen voor. Wij helpen u graag. Ons motto is niet voor niets: "Uw probleem, onze zorg."
Hein Kernkamp helpt u graag verder.
KvK: 74640518
BTW: NL859977602B01
IBAN: NL37ABNA0844817805
Minerva Advocaten B.V.
Meent 106
3011 JR Rotterdam
Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en analyseren.