Geschreven door:
De interne aansprakelijkheid van de bestuurder is de aansprakelijkheid van de bestuurder ten opzichte van de vennootschap. In andere artikelen op onze site kunt u lezen over aansprakelijkheid van de bestuurder in het algemeen, de externe bestuurdersaansprakelijkheid ten opzichte van crediteuren en aansprakelijkheid van de bestuurder in faillissement op grond van de misbruikwetgeving.
In dit artikel gaat het om een aansprakelijkstelling door de vennootschap voor een door de bestuurder gemaakte verwijtbare fout. De grondslag daarvoor staat in de wet. Artikel 2:9 BW bepaalt dat elke bestuurder tegenover de rechtspersoon gehouden is tot een behoorlijke vervulling van zijn taak.
De Hoge Raad heeft in het arrest Staleman/Van de Ven uit 1997 beslist dat van een bestuurder mag worden verwacht dat hij op zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult. Dus wie zich als bestuurder laat benoemen en zijn benoeming heeft aanvaard kan later niet proberen om aan aansprakelijkheid te ontkomen door te stellen dat hij gewoonweg de capaciteiten miste.
In datzelfde arrest heeft de Hoge Raad ook beslist dat alleen bij een onmiskenbare, duidelijke tekortkoming sprake is van interne aansprakelijkheid. Anders gezegd, er moet sprake zijn van een ernstig verwijt aan de betrokken bestuurder.
Of er sprake is van een ernstig verwijt, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Hierbij kan worden gedacht aan:
De vennootschap heeft de bewijslast van het bestaan van het ernstige verwijt, dus de lat ligt hoog. Uit de jurisprudentie blijkt dat onder meer in de volgende gevallen sprake kan zijn van interne aansprakelijkheid van de bestuurder:
Als vastgesteld wordt dat sprake is van onbehoorlijke taakvervulling door een bestuurder, zijn in beginsel alle bestuurders hoofdelijk aansprakelijk. Wel kan een individuele bestuurder zich mogelijk nog disculperen, wat zoveel inhoudt als het doen van een beroep op het bij hem- of haarzelf ontbreken van schuld.
De bestuurder kan zich disculperen door aan te tonen dat hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt treft én hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de tekortkoming af te wenden. Wanneer een bestuurder waarneemt dat een medebestuurder zijn taken niet goed vervult en daardoor onbehoorlijk bestuur dreigt, zal die bestuurder moeten ingrijpen om beroep te kunnen blijven doen op de disculpatiegrond, ook wanneer de desbetreffende taak slechts aan de medebestuurder is toebedeeld.
Décharge wordt verleend door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Décharge betekent het beleid dat een bestuurder tot op het moment van décharge heeft gevoerd, door de vennootschap wordt goedgekeurd. Maar men kan uitsluitend décharge verlenen voor wat men weet. Een décharge is dus geen garantie voor de bestuurder dat hem later niet alsnog verwijten zullen worden gemaakt.
Onze advocaten adviseren en procederen regelmatig over bestuurdersaansprakelijkheid. Samen met u kunnen wij kijken of de feiten al dan niet het maken van een ernstig verwijt rechtvaardigen. Bel ons voor het maken van een afspraak van een vrijblijvend informatief gesprek, waarin wij u kunnen aangeven wat wij voor u kunnen betekenen. Ons motto is niet voor niets: 'Uw probleem, onze zorg.'
Hein Kernkamp helpt u graag verder.
KvK: 74640518
BTW: NL859977602B01
IBAN: NL37ABNA0844817805
Minerva Advocaten B.V.
Meent 106
3011 JR Rotterdam
Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en analyseren.