Geschreven door:
Bij de vervulling van hun taak moeten bestuurders zich richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming (artikel 2:239 BW). Een bestuurder bekleedt een vertrouwenspositie en moet daarom situaties vermijden waarin sprake is van een conflict tussen eigen belangen van de bestuurder en de belangen van de vennootschap.
Er is sprake van een tegenstrijdig belang als de betrokken bestuurder (directeur) te maken heeft met zodanig onverenigbare belangen dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of hij zich bij zijn handelen uitsluitend heeft laten leiden door het belang van de vennootschap en de aan haar verbonden onderneming.
Hoe moet een bestuurder die denkt dat er sprake zou kunnen zijn van een tegenstrijdig belang handelen?
In sommige bestuursreglementen is daarvoor een regeling opgenomen. Ook zonder een dergelijke regeling is het verstandig dat een statutair directeur die denkt dat hij een tegenstrijdig belang zou kunnen hebben, dit aan de overige bestuursleden en daarbij alle relevante informatie verstrekt. Deze kunnen dan aan de hand van de informatie bepalen of er sprake is van een tegenstrijdig belang. Als dat zo is, dan moet de wettelijke regeling met betrekking tot een tegenstrijdig belang worden toegepast.
Artikel 2:239 lid 6 BW bepaalt dat een bestuurder niet deel mag nemen aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij ontbreken van een raad van commissarissen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen. Dus de statuten kunnen een alternatieve regeling bevatten, wat ook vaak gebeurt.
De rechter kan een besluit dat in strijd met artikel 2:239 lid 6 BW is genomen op verzoek vernietigen (artikel 2:15 sub a BW). Het besluit is immers genomen in strijd met wettelijke en statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen. Een vernietigbaar besluit is in beginsel geldig , tot het moment dat de rechter besloten heeft het te vernietigen. Op grond van artikel 2:15 lid 3 BW geschiedt vernietiging door een uitspraak van de rechtbank op vordering van iemand die een redelijk belang heeft bij de naleving van de verplichting die niet is nagekomen ofwel op vordering van de rechtspersoon zelf.
Daarbij moet er wel op gewezen worden dat de tegenstrijdig belang regeling interne werking heeft en de vennootschap in beginsel gebonden blijft aan een ter uitvoering van het besluit met een derde gesloten overeenkomst. Dat neemt overigens niet weg dat de bepaling belangrijke gevolgen kan hebben voor de interne aansprakelijkheid van de bestuurder en voor wederpartijen, die wisten van het tegenstrijdig belang en die daarvan geprofiteerd hebben. Het handelen in strijd met de regeling vormt in de regel ook een aanzet tot eenontslag van de desbetreffende bestuurder en, indien toepasselijk een geschil tussen aandeelhouders. Kortom, de bestuurder of directeur die niet transparant handelt kan nogal wat over zich afroepen.
Conflicten binnen ondernemingen zijn complex en kunnen snel uit de hand lopen. Indien u eens met een advocaat met kennis van het ondernemingsrecht wilt sparren over uw situatie, dan kunt u uiteraard contact opnemen om met ons te overleggen. Ons motto is niet voor niets 'Uw probleem, onze zorg.'
Marcel van den Ende helpt u graag verder.
KvK: 74640518
BTW: NL859977602B01
IBAN: NL37ABNA0844817805
Minerva Advocaten B.V.
Meent 106
3011 JR Rotterdam
Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en analyseren.