Geplaatst op: 11-06-2020

Tijdelijke betalingsuitstelwet 2020

Geschreven door:

Hein Kernkamp

Nieuwe coronawetgeving

De minister van justitie heeft een Voorontwerp Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 voor consultatie op internet gepubliceerd. Doel van deze nieuwe wet is om ondernemers tijdens de Corona-crisis te behoeden voor vermijdbare faillissementen en verhaalsacties. De bedoeling is dat de wet door middel van spoedwetgeving wordt ingevoerd en dat deze een tijdelijk karakter heeft.

Inhoud van de Betalingsuitstelwet

In de Betalingsuitstelwet krijgt de ondernemer die geconfronteerd wordt met een faillissementsverzoek de mogelijkheid om de rechtbank te vragen om de behandeling van dit faillissementsverzoek aan te houden. Als dit aanhoudingsverzoek wordt toegewezen heeft dit ook tot gevolg dat een uitstel van betaling wordt gegund voor de vordering van de schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend (artikel 2, eerste en vierde lid, onderdeel a).

Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020

Het doel van de regeling is om ervoor te zorgen dat ondernemers de tijd krijgen om hun bedrijf in stand te houden en na de crisis weer opnieuw op te starten. In het ontwerp is geregeld dat de rechtbank betalingsuitstel kan verlenen als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • de ondernemer kan zijn betalingsverplichtingen tijdelijk niet voldoen vanwege een gebrek aan liquide middelen;
  • deze liquiditeitsnood is hoofdzakelijk of uitsluitend ontstaan doordat de ondernemer vanwege de beperkende maatregelen die de overheid in verband met het corona-virus sinds 16 maart jl. heeft afgekondigd, zijn bedrijfsvoering niet (volledig) heeft kunnen voortzetten;
  • voor de afkondiging van de beperkende maatregelen was geen sprake van financiële problemen;
  • het bedrijf van de ondernemer heeft verdiencapaciteit en toekomstperspectief, en
  • de schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend, wordt met de aanhouding niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen geschaad (artikel 2, tweede en derde lid).

Als de rechtbank de behandeling van het faillissementsverzoek aanhoudt, kan de schuldenaar niet worden gedwongen tot het voldoen van betalingsverplichtingen waarvoor de schuldenaar op dat moment in verzuim is. Voor deze schulden krijgt hij dan dus feitelijk een uitstel van betaling. Als de schuldenaar nieuwe verplichtingen aangaat of er nieuwe een betaaltermijn vervalt bij een lopende overeenkomst (bijvoorbeeld een huurovereenkomst), moet hij die kunnen voldoen. Hiermee wordt voorkomen dat de schulden van de schuldenaar tijdens het betalingsuitstel verder toenemen. Bovendien geldt het uitstel
ook alleen voor de betalingsverplichtingen van de schuldenaar jegens de aanvrager(s) van het faillissement. Daarbij kan het gaan om meerdere aanvragers die op verschillende momenten overgaan tot de indiening van een faillissementsaanvraag.

Als de rechtbank de behandeling van een eerdere faillissementsaanvraag voor een bepaalde termijn heeft aangehouden en dit ook besluit te doen bij een tweede faillissementsaanvraag, ligt het wel in de rede dat de rechtbank voor de aanhouding één termijn hanteert. De rechtbank kondigt hiermee dus geen algeheel uitstel van betaling jegens alle schuldeisers af.

Verdere voorzieningen

Omdat alleen de aanhouding van de behandeling van faillissementsverzoeken mogelijk niet voldoende zal zijn om de ondernemer in staat te stellen zijn bedrijfsvoering voort te zetten, zijn ook nog de volgende voorzieningen getroffen:

  • Zolang de aanhouding voortduurt, mag een verzuim in de nakoming van de schuldenaar dat heeft plaatsgevonden vóór die aanhouding ook niet door de schuldeiser of schuldeisers die het faillissementsverzoek hebben ingediend, worden aangegrepen als grond voor – kort gezegd – beëindiging, opschorting of ontbinding van een overeenkomst met de schuldenaar (artikel 2, vierde lid, onderdeel b).
  • Als het aanhoudingsverzoek wordt toegewezen, dan kan de ondernemer de rechtbank ook vragen om te bepalen dat de schuldeiser of schuldeisers die het faillissementsverzoek hebben ingediend, ook hun bevoegdheid tot verhaal op goederen die tot het vermogen van de schuldenaar behoren of tot opeising van goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden, niet kunnen uitoefenen zonder machtiging van de rechtbank (artikel 2, vijfde lid).

Opheffing beslagen

  • Mocht de schuldenaar geconfronteerd worden met een of meer schuldeisers die niet zijn faillissement aanvragen, maar wel tot beslaglegging of tot executie van een zekerheidsrecht of een beslag, dan kan hij de voorzieningenrechter vragen om de executie te schorsen of het beslag op te heffen (artikel 3). Voor een beroep hierop is niet vereist dat er al sprake is van een aanhouding van een faillissementsverzoek overeenkomstig artikel 2. Voor de toewijzing van dit verzoek gelden wel dezelfde voorwaarden als voor de toewijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van een faillissementsaanvraag.

Wetgevingstraject

Eerdere tijdelijke wetgeving is met een paar weken vastgesteld en in werking getreden. Als dat ook met dit wetsontwerp gebeurt, zal het wetsontwerp binnenkort in werking treden. Het is de bedoeling dat de wet vervalt op 1 oktober 2020, maar de werking kan bij koninklijk besluit steeds voor een periode van ten hoogste twee maanden verlengd worden.

Nadere informatie

Uiteraard kunt u per mail of via de telefoon vrijblijvend contact met ons opnemen, en ons uw vraag over de Tijdelijke Betalingsuitstelwet voorleggen. Wij helpen u graag, zeker ook in deze lastige tijden. Ons motto is niet voor niets: "Uw probleem, onze zorg."

Meer informatie?

Hein Kernkamp helpt u graag verder.

Bedrijfsgegevens

KvK: 74640518

BTW: NL859977602B01

IBAN: NL37ABNA0844817805

Adresgegevens

Minerva Advocaten B.V.

Meent 106

3011 JR Rotterdam

© 2024 Minerva Advocaten B.V.

Algemene Voorwaarden Klachtenregeling Privacy

Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en analyseren.

Akkoord